BESTUURSRECHT
ALGEMEEN
In dit rechtsgebied gaat het om alle onderwerpen waarmee een burger of ondernemer met de (lagere) overheid te maken kan krijgen.
Denk bijvoorbeeld aan het aanvragen van een tewerkstellingsvergunning, een bouwvergunning. Bij de rechtsbescherming tegen bestuursorganen dient vooral gedacht te worden aan bezwaar- en beroepsprocedures.

WETTELIJKE BASIS
In het bestuursrecht bestaan naast algemene wettelijke bepalingen ook bijzondere bestuursrechtelijke regels. De algemene regels van het bestuursrecht vindt men in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De bijzondere regels van het bestuursrecht zijn te vinden in de bijzondere bestuursrechtelijke wetten, zoals de Wet op de Ruimtelijke Ordening of de Vreemdelingenwet.
BEGRIPPENKADER
Enkele belangrijke begrippen uit de Awb zijn:   •    bestuursorgaan: een orgaan van een rechtspersoon die  krachtens publiekrecht is ingesteld, of een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed  •    belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken  •    besluit: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling  •    beschikking: een besluit dat niet van algemene strekking is, met inbegrip van de afwijzing van een aanvraag daarvan  •    aanvraag: een verzoek van een belanghebbende om een besluit te nemen
GESCHILLEN
In het bestuursrecht gaat het om geschillen tussen per definitie ongelijkwaardige partijen: een bestuursorgaan en een burger. Deze partijen zijn ongelijkwaardig, omdat het bestuursorgaan ingevolge de wet altijd belast is met de behartiging van (een aspect van) het algemeen belang. Daartoe is het bestuursorgaan door de wetgever bekleed met openbaar gezag, met andere woorden: de bevoegdheid om eenzijdig en bindend de rechtspositie van de burger vast te stellen.
RECHTSBESCHERMING
In geval een belanghebbende het niet eens is met een beschikking van een bestuursorgaan kan deze hiertegen een bezwaarschrift indienen. Een bezwaarschrift dient in de regel binnen een termijn van zes weken nadat het besluit is bekendgemaakt, te worden ingediend. Het bestuursorgaan dient binnen zes weken na ontvangst van het bezwaarschrift, welke termijn voor maximaal vier weken kan worden verlengd, een besluit te nemen.  Tegen het besluit op bezwaar kan een belanghebbende beroep instellen bij de rechtbank. Indien er sprake is, gelet op de betrokken belangen, van spoed kan een bestuursrechtelijk ‘kort geding’, oftewel een verzoek om een voorlopige voorziening worden ingediend. Alsdan wordt aan de president van de rechtbank verzocht een voorlopige voorziening te treffen, zoals een schorsing van het bestreden besluit, hangende de bodemprocedure (bezwaar/beroep).