VREEMDELINGENRECHT
ALGEMEEN
Het vreemdelingenrecht is een species van het genus bestuursrecht. Het heeft betrekking op de toelating en uitzetting van vreemdelingen, het toezicht op vreemdelingen die in Nederland verblijven en de bewaking van de grenzen. Het Nederlandse vreemdelingenrecht kenmerkt zich door een restrictief toelatingsbeleid. Vreemdelingen worden dus ontmoedigd om zich te vestigen in Nederland. Een voorbeeld van dit ontmoedigingsbeleid is de Koppelingswet die op 1 juli 1998 is ingevoerd. Als gevolg hiervan worden in Nederland illegaal verblijvende vreemdelingen geheel of gedeeltelijk afgesneden van sociale voorzieningen.
VREEMDELINGENBELEID
Het vreemdelingenbeleid is neergelegd in de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000, het Voorschrift Vreemdelingen 2000, de Vreemdelingencirculaire 2000 en het Soeverein Besluit 1813. Naast de nationale wet- en regelgeving zijn internationale verdragen van belang voor het vreemdelingenbeleid.
TOELATING
De grondslag voor het verlenen van een verblijfstitel is gebaseerd op internationale verplichtingen, de aanwezigheid van een wezenlijk Nederlands belang of klemmende redenen van humanitaire aard. Om te worden toegelaten dient de vreemdeling te voldoen aan alle eisen die zijn gesteld in het toelatingsbeleid behorende bij de betreffende categorie vreemdelingen. Indien de vreemdeling zich beroept op een internationaal verdrag kan toelating rechtstreeks geschieden. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is belast met het al dan niet verlenen van een verblijfstitel. De IND valt onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van justitie en is onderverdeeld in verschillende regio’s.
VERBLIJFSTITELS
In de praktijk kan een verblijfstitel worden verkregen op grond van de asielprocedure of de reguliere procedure. Om asiel aan te vragen in Nederland dient de asielzoeker zich te melden in een aanmeldcentrum (AC) alwaar een aanvraag kan worden ingediend. Een vreemdeling kan ook een reguliere verblijfsvergunning aanvragen. In beginsel moet een vreemdeling die Nederland inreist en verblijf voor lange tijd beoogt in het bezit zijn van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv). Met de mvv kan de vreemdeling een verblijfsvergunning aanvragen. De verblijfsvergunning is gerelateerd aan het verblijfsdoel. Zo kan een verblijfsvergunning worden afgegeven voor het werken in loondienst, het werken als zelfstandige, verblijf bij (huwelijks)partner, familiebezoek langer dan drie maanden, medische behandeling. Naast verblijfstitels voor lange tijd bestaan ook verblijfstitels voor korte tijd. In het laatste geval gaat het om de verschillende typen visa.
WERKZAAMHEDEN  
Voor vreemdelingen kunnen alle typen verblijfsvergunningen worden aangevraagd. In geval een mvv moet worden aangevraagd, kan hierin ook worden geadviseerd. Als de IND een aanvraag heeft afgewezen, kan een bezwaarschrift worden ingediend. Indien uitzetting dreigt kan een verzoek om een voorlopige voorziening bij de president van de rechtbank worden ingediend. Bij ongegrondverklaring van het bezwaarschrift kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank. Tegen de uitspraak van de rechtbank is hoger beroep mogelijk bij de Raad van State.